Kerstavond op zee AAN boord van de MOERDIJK
Het was enkele dagen voor Kerst, vlak na de kortste dag van het jaar, toen we met de “Moerdyk” van de Holland-Amerika Lijn vanuit Rotterdam met een volle lading stukgoederen vertrokken naar de westkust van Noord-Amerika via het Panamakanaal. Afscheid nemen van moeders en kinderen, zo vlak voor de Kerst, was moeilijk. Er vloeiden dan ook wel wat traantjes toen het schip vanaf de Wilhelminakade in Rotterdam door velen werd uitgezwaaid. Kerstcadeautjes lagen ingepakt in de koffers. Ook de dames van de Bibliotheek voor Zeevarenden hadden tegelijk met de boekenkist kerstpresentjes meegegeven die op Kerstavond mochten worden uitgedeeld. Vanaf de dag van vertrek, was het slecht weer met overdekte grauwe luchten. Veel regen en heel veel wind en dus ook een matig tot slecht zicht. Het was alsof het zonlicht niet de kans kreeg om nog wat daglicht te toveren. Voor de Stuurlieden betekende het dat de eerste paar dagen, zolang het schip nog niet door het Engels Kanaal was, er met z’n tweeën wachtgelopen moest worden op de navigatiebrug. Eén van beiden stond continu achter de radar om de overige scheepvaart in de gaten te houden en om de positie bij te houden. En uiteraard was ook de Kapitein permanent op de brug aanwezig.Zodra we Start Point aan de zuidkust van Engeland voorbij waren, dook de “Moerdyk” met haar neus in de zware zeegang en deining die vanuit de Atlantische Oceaan het Engels Kanaal binnenrolden. Het voorschip zat meer onder dan boven water en het schip nam soms enorme klappen water over. Buiten op de brugvleugel ademde je daar tegelijk met de lucht ook veel zout buiswater in. Het hele voordek stond vol met vrachtauto’s die met staaldraden en spanschroeven zeevast waren gesjord, zodat ze niet van hun plaats konden schuiven. Om toch bij de verschillende dekhuizen en het kabelgat te kunnen komen, waren aan dek tussen de vrachtauto’s ook touwen gespannen, waaraan je je kon vasthouden als je naar voren moest. Ook in de hutten en de salons was alles zeevast gesjord. Op de eettafels waren de slingerlatten aangebracht en de tafellakens waren natgemaakt, zodat de schalen, borden en kopjes nog enigszins op hun plaats bleven bij het slingeren en stampen van het schip. De stoelen waren op hun plaats vastgezet aan het dek met de speciale daarvoor bestemde spanschroeven. Vanwege het te verwachten slechte weer op de Atlantische Oceaan tijdens de oversteek naar de Caribische Zee, had de Kapitein aan de hand van een routeeradvies besloten om een zuidelijke route te nemen, vlak ten Noorden langs de Azoren. De route was wel langer dan de noordelijke route, maar zou het schip al na enkele dagen in rustiger vaarwater brengen. Tenminste dat hoopten we! Vanaf Lands End werd richting Azoren koers gezet. Het gevolg was wel dat de hoge deining nu meer dwars in kwam en het schip, ondanks de zogenaamde Flume anti-slingertanks, zwaar slingerde met soms enorme halen naar beide kanten. De zeeën rolden dwars over het dek en de vrachtwagens verdwenen regelmatig tot aan de cabines onder water. Normaal lopen was er nauwelijks nog bij. Wilde je een trap op of af, dan wachtte je gewoon tot het schip bijna aan het eind van een slingerbeweging was en dan kon je zo’n beetje horizontaal over de trap lopen. Om nog een beetje te kunnen slapen hadden de meeste bemanningsleden, van wie de kooi langsscheeps was geplaatst, aan de buitenzijde van het bed hun zwemvest onder de matras gestopt om niet uit hun bed te vallen. Zo ploegde, al stampend en slingerend, de “Moerdyk” door de Noordelijke Atlantische Oceaan op weg naar Panama. Het weer bleef slecht en de vooruitzichten beloofden de komende dagen niet veel goeds. Iedereen werd doodmoe door de bewegingen van het schip en elk bemanningslid probeerde zoveel mogelijk te rusten en wat slaap te pakken te krijgen. Maar ook op zee werd het Kerstavond. Zo goed en zo kwaad als het ging was er in de salon door de bootsman en de scheepstimmerman een kerstboom opgetuigd.Als een mast met tuigage, was de kerstboom vastgezet met wat dunne touwtjes op een salontafel. Ballen en slingers erin en in de top een prachtige piek. En de verlichting bestond uit echte elektrische kaarsjes. Ook vastgesjord stond op dezelfde tafel een echte grammofoon; dus met een luidspreker erin. Want de dames van de Bibliotheek voor Zeevarenden hadden ook gezorgd voor een grammofoonplaatje met daarop stemmige kerstliedjes en een korte kersttoespraak van een koopvaardijpredikant. Degenen die geen wacht hadden, kwamen die Kerstavond naar de salon, zochten een plekje op en wachtten op de dingen die gingen komen. Intussen slingerde en stampte het schip enorm met flinke overhalen. Regelmatig moest er een beker chocolademelk worden gered van een zweefduik vanaf een tafel. De Kapitein, Toon Lagaay, letterlijk een zwaargewicht, hield een kort toespraakje en probeerde zich staande te houden. Hij had het erover dat we, ondanks het “pokkeweer”, er maar het beste van moesten maken en hij wenste ons een goed Kerstfeest toe. Daarna werd elektricien Horde uitgenodigd om de grammofoon te starten, zodat we naar de kersttoespraak van de koopvaardijpredikant konden luisteren. Wel u begrijpt het al. Hoewel ik zelf wel kon raden wat onze predikant wilde vertellen, was zijn verhaal echt niet te volgen. De arm van de grammofoon danste al krassend over de plaat op de maat van het slingeren en stampen. Steeds weer opnieuw probeerde onze elektricien de naald weer in de goede groef te leggen, maar steeds weer opnieuw vloog deze er uit naar het midden of van de plaat af. Flarden van de kersttoespraak kwamen uit de luidspreker: Kind Jezus, vrede op aarde, kribbe, Maria en Jozef, volkstelling wijzen , herders, engelen, schapen, “ere zij God in de hoge” en “heden is uw Heiland geboren” Als je dit verhaal niet kende, had je het ook zeker niet uit deze flarden bij elkaar kunnen puzzelen. Ook het “Stille Nacht”, gezongen door een jongenskoor uit Rotterdam, bestond uit onsamenhangende geluiden en gekras. Niet te verstaan dus. Het aanbrengen van een extra noodgewichtje op de naald om deze in de groef te houden had ook niet het gewenste resultaat. Hoewel, het zorgde wel voor veel hilariteit en de elektricien werd van alle kanten bedolven onder de goede adviezen en werd aangevuurd om nog een beetje kerstmuziek uit de grammofoon te krijgen. Uiteindelijk werd de moed opgegeven en zaten we, onder het genot van de chocolade of iets anders dat ook de mens innerlijk verwarmt, gezellig bij elkaar en kwamen er onder de dekbalken allerlei sterke kerstverhalen uit de herinnering of dikke duim tevoorschijn. Ook werden de kerstcadeautjes uitgedeeld en uitgepakt. Ik kreeg een prachtige zilveren briefopener met de beeltenis van een vrachtschip erop en de tekst: “Kerstfeest op zee” (die heb ik dus nog!). Dit nostalgische sfeertje werd plotseling verstoord toen het schip een onverwachte haal maakte en met een knal de tuigage van de kerstboom het begaf De boom duikelde om en de meeste glazen kerstballen spatten op het dek uit elkaar. De piek werd gelanceerd en veranderde na een korte glijvlucht in onherkenbare stukjes glas. Na een geslaagde reddingspoging werd de grammofoon met het kerstplaatje weer in een doos gedaan om te wachten op een kerstavond bij beter weer.Geleidelijk aan verdwenen er steeds meer mensen naar hun hut om nog wat te kunnen slapen voordat ze weer geroepen werden voor de “hondewacht” van middernacht tot vier uur. Het was een kerstavond op zee, die ik niet meer zal vergeten. Leen Bosma
|